Preparaten

 

Preparaten zijn mengsels van twee of meer stoffen.  Verschillende factoren bepalen de gevaren van een preparaat (en dus ook de bijhorende vermeldingen op het etiket):

 

 

De gevaren van een preparaat kunnen op verschillende manieren bepaald worden:

 

De etiketgegevens van een preparaat opstellen met de conventionele berekeningsmethode voor oplossingen van één gevaarlijke stof in water is meestal eenvoudig.  Vóór complexere preparaten is deze methode soms behoorlijk ingewikkeld.  Met onderstaande stapsgewijze aanpak lukt het echter meestal wel om een etiket samen stellen.

 

Een stapsgewijze aanpak om het etiket van een preparaat samen te stellen

  1. Maak een lijst met 4 kolommen.  Noteer in de eerste kolom welke stoffen in het preparaat aanwezig zijn (hou rekening met stoffen die kunnen ontstaan door reactie van de stoffen die met elkaar gemengd worden).  Namen kunnen vervelend zijn om op te zoeken in databanken.  Handiger zijn kennummers (CAS-nummer, EG-nummer, EG-indexnummer).  Noteer ze als ze gekend zijn.
  2. Noteer in de tweede kolom de concentratie van elke stof in het preparaat.
    Voor niet-gasvormige preparaten moeten de concentraties berekend worden in masssa% (aantal g opgeloste stof per 100 g preparaat).  Voor gasvormige preparaten moeten volume% gebruikt worden (aantal ml stof per 100 ml preparaat).
  3. Ga voor elke stof in het preparaat na of ze opgenomen zijn in bijlage I van richtlijn 67/548/EEG (stoffenlijst bijlage I).  Is de stof opgenomen in deze bijlage, noteer dan in de derde kolom de gevaarcategorieën die aan deze stof toegekend zijn (= een combinatie van R-zinnen en eventueel een gevaarsymbool).
  4. Als er voor de stof ook nog concentratiegrenzen gegeven worden, noteer dan in de 4de kolom de gevaarcategorieën (R-codes en gevaarsymbolen) die overeenstemmen met de concentratie van de stof in het preparaat (valt de concentratie onder de laagste drempel, noteer dan "geen" want het is mogelijk dat er met deze stof toch nog rekening moet gehouden worden).
  5. Is de stof niet in opgenomen zijn in bijlage I, raadpleeg dan de etiketgegevens van een leverancier (die kunnen onderling verschillen!) of zoek ze op in databanken (gebruik bij voorkeur een kennummer (hier enkele adressen van databanken).
    Kijk welke R-zinnen op het etiket voorkomen en noteer in de 3de kolom de overeenkomstige R-codes (klik hier voor een lijst met R-codes en -zinnen) (het noteren van de gevaarsymbolen heeft niet veel zin omdat sommige gevaarsymbolen kunnen 'verborgen' worden door andere).

 

Nu heb je een lijst van stoffen (1ste kolom) met daarnaast vermeld de concentratie (2de kolom), de gevaarcategorieën of de R-codes van de zuivere stof (3de kolom) en eventueel de gevaarcategorieën van de stof voor de betreffende concentratie of de vermelding "geen" (4de kolom).

 

  1. Zoek nu voor elke stof waarvoor nog geen gevaarcategorieën voor de betreffende concentratie gekend zijn, de ontbrekende informatie op.  Gebruik hiervoor de R-codes die in de 3de kolom genoteerd zijn en klik op een overeenkomstige hyperlink hieronder.  Uit de tabellen die dan getoond worden, kunnen de etiketgegevens (R-codes en gevaarsymbolen) voor de overeenkomstige concentratie afgelezen worden.  Noteer deze in de 4de kolom (noteer ook hier alweer "geen" als de concentratie onder de laagste drempel valt).
    Let op! Lees de informatie die onder sommige tabellen gegeven wordt.  Voor enkele gevaarcategorieën moeten de concentraties van stoffen met de vermelding 'geen' opgeteld worden.

 

 

(*)

De R40-zin ('Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten') slaat hier op kankerverwekkende stoffen van categorie 3.  Op oude etiketten luidt deze zin 'Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten', waarmee ook andere effecten dan carcinogene kunnen bedoeld worden.  Als de oude betekenis van R40 gebruikt wordt, is het noodzakelijk om eerst op te zoeken of het wel degelijk om een carcinogene stof van categorie 3 gaat (deze informatie kan gevonden worden in de Databank Gevaarlijke Stoffen, op het veiligheidsinformatieblad van de stof of op sommige websites).

(**)

De R68-zin ('Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten') zonder combinatie met de R-zinnen 20, 21 en/of 22 slaat op mutagene stoffen van categorie 3.  Op oude etiketten wordt aan deze stoffen de R40-zin toegekend (de oude R40-zin had dezelfde tekst als de huidige R68-zin).  Deze zin kon echter ook op andere gevaren duiden.  Als de oude betekenis van R40 gebruikt wordt, is het noodzakelijk om eerst op te zoeken of het wel degelijk om een mutagene stof van categorie 3 gaat (deze informatie kan gevonden worden in de Databank Gevaarlijke Stoffen, op het veiligheidsinformatieblad van de stof of op sommige websites).

(***)

De R68-zin in combinatie met de R-zinnen 20, 21 en/of 22 ('Schadelijk: bij inademing, aanraking met de huid of opname door de mond zijn onherstelbare effecten niet uitgesloten') is op oude etiketten de R40-zin in combinatie met R20, 21 en/of 22 (dezelfde tekst).

 

 

  1. Als alle informatie opgezocht is, moeten de etiketgegevens voor de verschillende stoffen van het preparaat samengevoegd worden:
  • dubbele R-zinnen verwijderen;
  • zonodig R-zinnen combineren (zie lijst met R-zinnen voor gecombineerde zinnen).
  • sommige R-zinnen mogen weggelaten worden  ( klik hier voor meer informatie).
  • let op de volgorde van de R-zinnen (klik hier voor meer informatie)
  • Sommige R-zinnen moet voorafgegaan worden door het woord 'ook'.
  • dubbele gevaarsymbolen verwijderen;
  • Sommige gevaarsymbolen mogen weggelaten worden ( klik hier voor meer informatie).
  • S-zinnen noteren overeenkomstig de gevaren (klik hier voor meer informatie).

 

  1. Voor gevaarcategorieën waarvoor de conventionele berekeningsmethode niet kan toegepast worden (ontplofbaarheid, ontvlambaarheid, oxiderende en soms ook bijtende eigenschappen), moet in principe beroep gedaan worden op proefondervindelijke bepaling van de gevaren.  Vergelijking met andere stoffen en preparaten kan echter in veel gevallen belangrijke informatie geven.  Bij twijfel is het beter de gevaren te overschatten dan te onderschatten.

 

 

 Niet-gasvormige preparaten

Acute letale effecten (niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T+, R26, 27 en/of 28

T, R23, 24 en/of 25

Xn, R20, 21 en/of 22

zeer giftig (T+, R26, 27 en/of 28)

conc. ³ 7%

1% £ conc. < 7%

0,1% £ conc. < 1%

giftig (T, R23, 24 en/of 25)

 

conc. ³ 25%

3% £ conc. < 25%

schadelijk (Xn, R20, 21 en/of 22)

 

 

conc. ³ 25%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als zeer giftig als

Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als

Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als

PT+ = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige zeer giftige stof
PT = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige giftige stof
PXn = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige schadelijke stof
LT+ = de vastgestelde T+ -grenswaarde voor elke zeer giftige stof
LT = de vastgestelde T-grenswaarde voor elke zeer giftige of giftige stof
LXn = de vastgestelde Xn-grenswaarde voor elke zeer giftige, giftige of schadelijke stof

Acute effecten op de longen bij inslikken
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

Xn, R65

Xn, R65

conc. koolwaterstoffen ³ 10% én bepaalde fysische kenmerken

Onherstelbare niet-letale effecten na één blootstelling
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T+, R39/26, 27 en of 28

T, R39/23, 24 en/of 25

Xn, R68/20, 21 en/of 22

T+, R39/26, 27 en/of 28

conc. ³ 10%

1% £ conc. < 10%

0,1% £ conc. < 1%

T, R39/23, 24 en/of 25

 

conc. ³ 10%

1% £ conc. < 10%

Xn, R68/20, 21 en/of 22

 

 

conc. ³ 10%

Ernstige effecten na herhaalde of langdurige blootstelling
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T, R48/23, 24 en/of 25

Xn, R48/20, 21 en/of 22

T, R48/23, 24 en/of 25

conc. ³ 10%

1% £ conc. < 10%

Xn, R48/20, 21 en/of 22

 

conc. ³ 10%

Bijtende en irriterende effecten met inbegrip van ernstige oogletsels (*)
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

C en R35

C en R34

Xi en R41

Xi en R36, 37 en/of 38

C en R35

conc. ³ 10%

5% £ conc. < 10%

 

1% £ conc. < 5%
(R36/38 of R38-41 verplicht)

C en R34

 

conc. ³ 10%

 

5% £ conc. < 10%
(R36/38 of R38-41 verplicht)

Xi en R41

 

 

conc. ³ 10%

5% £ conc. < 10%
(R36 verplicht)

Xi en R36, 37 en/of 38

 

 

 

conc. ³ 20%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als C, R35 als

Het preparaat wordt ingedeeld als C, R34 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R41 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R36 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R37 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R38 als

PC,R35 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige C,R35-stof
PC,R34 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige C,R34-stof
PXi,R41 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R41-stof
PXi,R36 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R36-stof
PXi,R37 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R37-stof
PXi,R38 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R38-stof
LC,R35 = de vastgestelde C,R35-grenswaarde voor elke C,R35-stof
LC,R34 = de vastgestelde C,R34-grenswaarde voor elke C,R35- en C,R34-stof
LXi,R41 = de vastgestelde Xi,R41-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34- en Xi,R41-stof
LXi,R36 = de vastgestelde Xi,R36-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-, Xi,R41- en Xi,R36-stof
LXi,R37 = de vastgestelde Xi,R37-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34- en Xi,R37-stof
LXi,R38 = de vastgestelde Xi,R38-grenswaarde voor elke Xi,R38-stof

(*) Wanneer op preparaten die stoffen bevatten die als bijtend of irriterend zijn ingedeeld, zonder meer de conventionele methode wordt toegepast, kan dit ertoe leiden dat de gevaren te laag of te hoog worden ingeschat als er geen rekening wordt gehouden met andere relevante factoren (zoals de pH van het preparaat). Daarom moet bij de indeling als bijtend rekening worden gehouden met de bepalingen onder punt 3.2.5 van bijlage VI van richtlijn 67/548/EEG en artikel 6, lid 3, tweede en derde streepje, van richtlijn 1999/45/EG.

Overgevoeligheidseffecten
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

Xn en R42

Xi en R43

Xn en R42

conc. ³ 1%

 

Xi en R43

 

conc. ³ 1%

Kankerverwekkende stoffen
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R45 of R49

Xn en R40

categorie 1 of 2 (T en R45 of R49)

conc. ³ 0,1%

 

categorie 3 (Xn en R40)

 

conc. ³ 1%

Mutagene stoffen
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R46

Xn en R68

categorie 1 of 2 (T en R46)

conc. ³ 0,1%

 

categorie 3 (Xn en R68)

 

conc. ³ 1%

Voor de voortplanting giftige stoffen (vruchtbaarheid)
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R60

Xn en R62

categorie 1 of 2 (T en R60)

conc. ³ 0,5%

 

categorie 3 (Xn en R62)

 

conc. ³ 5%

Voor de voortplanting giftige stoffen (ontwikkeling) (= teratogene stoffen)
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R61

Xn en R63

categorie 1 of 2 (T en R61)

conc. ³ 0,5%

 

categorie 3 (Xn en R63)

 

conc. ³ 5%

Gevaar voor baby's die borstvoeding krijgen
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R64

R64

conc. ³ 1%

Gevaar voor cumulatieve effecten
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R33

R33

conc. ³ 1%

Stoffen waarvan de dampen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R67

R67

R67 verplicht als tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldaan is:

  • conc. ³ 15% én

  • R20, R23, R26, R68/20, R39/23 of R39/26 zijn niet toegekend aan het preparaat én

  • de inhoud van de verpakking is groter dan 125 ml

Gevaarlijk voor het aquatisch milieu
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van
de stof

indeling van het preparaat

 

N, R50/53

N, R51/53

R52/53

N, R50

R52

R53

N, R50/53

conc. ³ 25%

2,5% £ conc. < 25%

0,25% £ conc. < 2,5%

(conc. ³ 25%)

 

(conc. ³ 25%)

N, R51/53

 

conc. ³ 25%

2,5% £ conc. < 25%

 

 

(conc. ³ 25%)

R52/53

 

 

conc. ³ 25%

 

 

(conc. ³ 25%)

N, R50

 

 

 

conc. ³ 25%

 

 

R52

 

 

 

 

conc. ³ 25%

 

R53

 

 

 

 

 

conc. ³ 25%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R51/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R52/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R52 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R53 als

PN,R50/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R50/53-stof
PN,R51/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R51/53-stof
PR52/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52/53-stof
PN,R50 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R50-stof
PR52 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52-stof
PR53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R53-stof
LN,R50/53 = de vastgestelde N,R50/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-stof
LN,R51/53 = de vastgestelde N,R51/53-grenswaarde voor elke N,R50/53- en N,R51/53-stof
LR52/53 = de vastgestelde R52/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-, N,R51/53- en R52/53-stof
LN,R50 = de vastgestelde N,R50-grenswaarde voor elke N,R50/53- en N,R50-stof
LR52 = de vastgestelde R52-grenswaarde voor elke R52-stof
LR53 = de vastgestelde R53-grenswaarde voor elke N,R50/53-, N,R51/53-, R52/53- en R53-stof

Gevaarlijk voor de ozonlaag
(niet-gasvormige preparaten, concentraties in massa%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

N, R59

R59

N, R59

conc. ³ 0,1%

 

R59

 

conc. ³ 0,1%

 Gasvormige preparaten

Acute letale effecten
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T+, R26, 27 en of 28

T, R23, 24 en/of 25

Xn, R20, 21 en/of 22

T+, R26, 27 en of 28

conc. ³ 1%

0,2% £ conc. < 1%

0,02% £ conc. < 0,2%

T, R23, 24 en/of 25

 

conc. ³ 5%

0,5% £ conc. < 5%

Xn, R20, 21 en/of 22

 

 

conc. ³ 5%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als zeer giftig als

Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als

Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als

PT+ = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige zeer giftige stof
PT = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige giftige stof
PXn = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige schadelijke stof
LT+ = de vastgestelde T+ -grenswaarde voor elke zeer giftige stof
LT = de vastgestelde T-grenswaarde voor elke zeer giftige of giftige stof
LXn = de vastgestelde Xn-grenswaarde voor elke zeer giftige, giftige of schadelijke stof

Onherstelbare niet-letale effecten na één blootstelling
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T+, R39/26, 27 en of 28

T, R39/23, 24 en/of 25

Xn, R68/20, 21 en/of 22

T+, R39/26, 27 en of 28

conc. ³ 1%

0,2% £ conc. < 1%

0,02% £ conc. < 0,2%

T, R39/23, 24 en/of 25

 

conc. ³ 5%

0,5% £ conc. < 5%

Xn, R68/20, 21 en/of 22

 

 

conc. ³ 5%

Ernstige effecten na herhaalde of langdurige blootstelling
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T, R48/23, 24 en/of 25

Xn, R48/20, 21 en/of 22

T, R48/23, 24 en/of 25

conc. ³ 5%

0,5% £ conc. < 5%

Xn, R48/20, 21 en/of 22

 

conc. ³ 5%

Bijtende en irriterende effecten met inbegrip van ernstige oogletsels (*)
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

C en R35

C en R34

Xi en R41

Xi en R36, 37 en/of 38

C en R35

conc. ³ 1%

0,2% £ conc. < 1%

 

0,02% £ conc. < 1%
(R36/37/38 of R37/38-41 verplicht)

C en R34

 

conc. ³ 5%

 

0,5% £ conc. < 5%
(R36/37/38 of R37/38-41 verplicht)

Xi en R41

 

 

conc. ³ 5%

0,5% £ conc. < 5%
(R36 verplicht)

Xi en R36, 37 en/of 38

 

 

 

conc. ³ 5%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als C, R35 als

Het preparaat wordt ingedeeld als C, R34 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R41 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R36 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R37 als

Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R38 als

PC,R35 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige C,R35-stof
PC,R34 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige C,R34-stof
PXi,R41 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R41-stof
PXi,R36 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R36-stof
PXi,R37 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R37-stof
PXi,R38 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R38-stof
LC,R35 = de vastgestelde C,R35-grenswaarde voor elke C,R35-stof
LC,R34 = de vastgestelde C,R34-grenswaarde voor elke C,R35- en C,R34-stof
LXi,R41 = de vastgestelde Xi,R41-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34- en Xi,R41-stof
LXi,R36 = de vastgestelde Xi,R36-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-, Xi,R41- en Xi,R36-stof
LXi,R37 = de vastgestelde Xi,R37-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34- en Xi,R37-stof
LXi,R38 = de vastgestelde Xi,R38-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34- en Xi,R38-stof

(*) Wanneer op preparaten die stoffen bevatten die als bijtend of irriterend zijn ingedeeld, zonder meer de conventionele methode wordt toegepast, kan dit ertoe leiden dat de gevaren te laag of te hoog worden ingeschat als er geen rekening wordt gehouden met andere relevante factoren (zoals de pH van het preparaat). Daarom moet bij de indeling als bijtend rekening worden gehouden met de bepalingen onder punt 3.2.5 van bijlage VI van richtlijn 67/548/EEG en artikel 6, lid 3, tweede en derde streepje, van richtlijn 1999/45/EG.

Overgevoeligheidseffecten
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

Xn en R42

Xi en R43

Xn en R42

conc. ³ 0,2%

 

Xi en R43

 

conc. ³ 0,2%

Kankerverwekkende stoffen
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R45 of R49

Xn en R40

categorie 1 of 2 (T en R45 of R49)

conc. ³ 0,1%

 

categorie 3 (Xn en R40)

 

conc. ³ 1%

Mutagene stoffen
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R46

Xn en R68

categorie 1 of 2 (T en R46)

conc. ³ 0,1%

 

categorie 3 (Xn en R68)

 

conc. ³ 1%

Voor de voortplanting giftige stoffen (vruchtbaarheid)
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R60

Xn en R62

categorie 1 of 2 (T en R60)

conc. ³ 0,2%

 

categorie 3 (Xn en R62)

 

conc. ³ 1%

Voor de voortplanting giftige stoffen (ontwikkeling) (= teratogene stoffen)
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

T en R61

Xn en R63

categorie 1 of 2 (T en R61)

conc. ³ 0,2%

 

categorie 3 (Xn en R63)

 

conc. ³ 1%

Gevaar voor baby's die borstvoeding krijgen
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R64

R64

conc. ³ 1%

Gevaar voor cumulatieve effecten
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R33

R33

conc. ³ 1%

Stoffen waarvan de dampen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

R67

R67

R67 verplicht als tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldaan is:

  • conc. ³ 15% én

  • R20, R23, R26, R68/20, R39/23 of R39/26 zijn niet toegekend aan het preparaat én

  • de inhoud van de verpakking is groter dan 125 ml

Gevaarlijk voor het aquatisch milieu
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van
de stof

indeling van het preparaat

 

N, R50/53

N, R51/53

R52/53

N, R50

R52

R53

N, R50/53

conc. ³ 25%

2,5% £ conc. < 25%

0,25% £ conc. < 2,5%

(conc. ³ 25%)

 

(conc. ³ 25%)

N, R51/53

 

conc. ³ 25%

2,5% £ conc. < 25%

 

 

(conc. ³ 25%)

R52/53

 

 

conc. ³ 25%

 

 

(conc. ³ 25%)

N, R50

 

 

 

conc. ³ 25%

 

 

R52

 

 

 

 

conc. ³ 25%

 

R53

 

 

 

 

 

conc. ³ 25%

Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R51/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R52/53 als

Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R52 als

Het preparaat wordt ingedeeld als R53 als

PN,R50/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R50/53-stof
PN,R51/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R51/53-stof
PR52/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52/53-stof
PN,R50 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige N,R50-stof
PR52 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52-stof
PR53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R53-stof
LN,R50/53 = de vastgestelde N,R50/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-stof
LN,R51/53 = de vastgestelde N,R51/53-grenswaarde voor elke N,R50/53- en N,R51/53-stof
LR52/53 = de vastgestelde R52/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-, N,R51/53- en R52/53-stof
LN,R50 = de vastgestelde N,R50-grenswaarde voor elke N,R50/53- en N,R50-stof
LR52 = de vastgestelde R52-grenswaarde voor elke R52-stof
LR53 = de vastgestelde R53-grenswaarde voor elke N,R50/53-, N,R51/53-, R52/53- en R53-stof

Gevaarlijk voor de ozonlaag
(gasvormige preparaten, concentraties in volume%)

indeling van de stof

indeling van het preparaat

 

N, R59

R59

N, R59

conc. ³ 0,1%

 

R59

 

conc. ³ 0,1%