Preparaten |
Preparaten zijn mengsels van twee of meer stoffen. Verschillende factoren bepalen de gevaren van een preparaat (en dus ook de bijhorende vermeldingen op het etiket):
De gevaren van een preparaat kunnen op verschillende manieren bepaald worden:
De etiketgegevens van een preparaat opstellen met de conventionele berekeningsmethode voor oplossingen van één gevaarlijke stof in water is meestal eenvoudig. Vóór complexere preparaten is deze methode soms behoorlijk ingewikkeld. Met onderstaande stapsgewijze aanpak lukt het echter meestal wel om een etiket samen stellen.
Een stapsgewijze aanpak om het etiket van een preparaat samen te stellen
Nu heb je een lijst van stoffen (1ste kolom) met daarnaast vermeld de concentratie (2de kolom), de gevaarcategorieën of de R-codes van de zuivere stof (3de kolom) en eventueel de gevaarcategorieën van de stof voor de betreffende concentratie of de vermelding "geen" (4de kolom).
|
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
||
|
T+, R26, 27 en/of 28 |
T, R23, 24 en/of 25 |
Xn, R20, 21 en/of 22 |
zeer giftig (T+, R26, 27 en/of 28) |
conc. ³ 7% |
1% £ conc. < 7% |
0,1% £ conc. < 1% |
giftig (T, R23, 24 en/of 25) |
|
conc. ³ 25% |
3% £ conc. < 25% |
schadelijk (Xn, R20, 21 en/of 22) |
|
|
conc. ³ 25% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als zeer giftig als
Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als
Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als
PT+ = de concentratie van elke in het preparaat
aanwezige zeer giftige stof
PT = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige giftige stof
PXn = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige schadelijke
stof
LT+ = de vastgestelde T+ -grenswaarde voor elke zeer giftige stof
LT = de vastgestelde T-grenswaarde voor elke zeer giftige of giftige
stof
LXn = de vastgestelde Xn-grenswaarde voor elke zeer giftige, giftige
of schadelijke stof
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
Xn, R65 |
Xn, R65 |
conc. koolwaterstoffen ³ 10% én bepaalde fysische kenmerken |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
||
|
T+, R39/26, 27 en of 28 |
T, R39/23, 24 en/of 25 |
Xn, R68/20, 21 en/of 22 |
T+, R39/26, 27 en/of 28 |
conc. ³ 10% |
1% £ conc. < 10% |
0,1% £ conc. < 1% |
T, R39/23, 24 en/of 25 |
|
conc. ³ 10% |
1% £ conc. < 10% |
Xn, R68/20, 21 en/of 22 |
|
|
conc. ³ 10% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T, R48/23, 24 en/of 25 |
Xn, R48/20, 21 en/of 22 |
T, R48/23, 24 en/of 25 |
conc. ³ 10% |
1% £ conc. < 10% |
Xn, R48/20, 21 en/of 22 |
|
conc. ³ 10% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|||
|
C en R35 |
C en R34 |
Xi en R41 |
Xi en R36, 37 en/of 38 |
C en R35 |
conc. ³ 10% |
5% £ conc. < 10% |
|
1% £
conc. < 5% |
C en R34 |
|
conc. ³ 10% |
|
5% £
conc. < 10% |
Xi en R41 |
|
|
conc. ³ 10% |
5% £
conc. < 10% |
Xi en R36, 37 en/of 38 |
|
|
|
conc. ³ 20% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als C, R35 als
Het preparaat wordt ingedeeld als C, R34 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R41 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R36 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R37 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R38 als
PC,R35 = de concentratie van elke in het preparaat
aanwezige C,R35-stof
PC,R34 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
C,R34-stof
PXi,R41 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
Xi,R41-stof
PXi,R36 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
Xi,R36-stof
PXi,R37 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
Xi,R37-stof
PXi,R38 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
Xi,R38-stof
LC,R35 = de vastgestelde C,R35-grenswaarde voor elke C,R35-stof
LC,R34 = de vastgestelde C,R34-grenswaarde voor elke C,R35- en
C,R34-stof
LXi,R41 = de vastgestelde Xi,R41-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-
en Xi,R41-stof
LXi,R36 = de vastgestelde Xi,R36-grenswaarde voor elke C,R35-,
C,R34-, Xi,R41- en Xi,R36-stof
LXi,R37 = de vastgestelde Xi,R37-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-
en Xi,R37-stof
LXi,R38 = de vastgestelde Xi,R38-grenswaarde voor elke Xi,R38-stof
(*) Wanneer op preparaten die stoffen bevatten die als bijtend of irriterend zijn ingedeeld, zonder meer de conventionele methode wordt toegepast, kan dit ertoe leiden dat de gevaren te laag of te hoog worden ingeschat als er geen rekening wordt gehouden met andere relevante factoren (zoals de pH van het preparaat). Daarom moet bij de indeling als bijtend rekening worden gehouden met de bepalingen onder punt 3.2.5 van bijlage VI van richtlijn 67/548/EEG en artikel 6, lid 3, tweede en derde streepje, van richtlijn 1999/45/EG.
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
Xn en R42 |
Xi en R43 |
Xn en R42 |
conc. ³ 1% |
|
Xi en R43 |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R45 of R49 |
Xn en R40 |
categorie 1 of 2 (T en R45 of R49) |
conc. ³ 0,1% |
|
categorie 3 (Xn en R40) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R46 |
Xn en R68 |
categorie 1 of 2 (T en R46) |
conc. ³ 0,1% |
|
categorie 3 (Xn en R68) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R60 |
Xn en R62 |
categorie 1 of 2 (T en R60) |
conc. ³ 0,5% |
|
categorie 3 (Xn en R62) |
|
conc. ³ 5% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R61 |
Xn en R63 |
categorie 1 of 2 (T en R61) |
conc. ³ 0,5% |
|
categorie 3 (Xn en R63) |
|
conc. ³ 5% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R64 |
R64 |
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R33 |
R33 |
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R67 |
R67 |
R67 verplicht als tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldaan is:
|
indeling van |
indeling van het preparaat |
|||||
|
N, R50/53 |
N, R51/53 |
R52/53 |
N, R50 |
R52 |
R53 |
N, R50/53 |
conc. ³ 25% |
2,5% £ conc. < 25% |
0,25% £ conc. < 2,5% |
(conc. ³ 25%) |
|
(conc. ³ 25%) |
N, R51/53 |
|
conc. ³ 25% |
2,5% £ conc. < 25% |
|
|
(conc. ³ 25%) |
R52/53 |
|
|
conc. ³ 25% |
|
|
(conc. ³ 25%) |
N, R50 |
|
|
|
conc. ³ 25% |
|
|
R52 |
|
|
|
|
conc. ³ 25% |
|
R53 |
|
|
|
|
|
conc. ³ 25% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R51/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R52/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R52 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R53 als
PN,R50/53 = de concentratie van elke in het
preparaat aanwezige N,R50/53-stof
PN,R51/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
N,R51/53-stof
PR52/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
R52/53-stof
PN,R50 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
N,R50-stof
PR52 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52-stof
PR53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R53-stof
LN,R50/53 = de vastgestelde N,R50/53-grenswaarde voor elke
N,R50/53-stof
LN,R51/53 = de vastgestelde N,R51/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-
en N,R51/53-stof
LR52/53 = de vastgestelde R52/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-,
N,R51/53- en R52/53-stof
LN,R50 = de vastgestelde N,R50-grenswaarde voor elke N,R50/53- en
N,R50-stof
LR52 = de vastgestelde R52-grenswaarde voor elke R52-stof
LR53 = de vastgestelde R53-grenswaarde voor elke N,R50/53-,
N,R51/53-, R52/53- en R53-stof
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
N, R59 |
R59 |
N, R59 |
conc. ³ 0,1% |
|
R59 |
|
conc. ³ 0,1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
||
|
T+, R26, 27 en of 28 |
T, R23, 24 en/of 25 |
Xn, R20, 21 en/of 22 |
T+, R26, 27 en of 28 |
conc. ³ 1% |
0,2% £ conc. < 1% |
0,02% £ conc. < 0,2% |
T, R23, 24 en/of 25 |
|
conc. ³ 5% |
0,5% £ conc. < 5% |
Xn, R20, 21 en/of 22 |
|
|
conc. ³ 5% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als zeer giftig als
Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als
Het preparaat wordt ingedeeld als giftig als
PT+ = de concentratie van elke in het preparaat
aanwezige zeer giftige stof
PT = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige giftige stof
PXn = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige schadelijke
stof
LT+ = de vastgestelde T+ -grenswaarde voor elke zeer giftige stof
LT = de vastgestelde T-grenswaarde voor elke zeer giftige of giftige
stof
LXn = de vastgestelde Xn-grenswaarde voor elke zeer giftige, giftige
of schadelijke stof
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
||
|
T+, R39/26, 27 en of 28 |
T, R39/23, 24 en/of 25 |
Xn, R68/20, 21 en/of 22 |
T+, R39/26, 27 en of 28 |
conc. ³ 1% |
0,2% £ conc. < 1% |
0,02% £ conc. < 0,2% |
T, R39/23, 24 en/of 25 |
|
conc. ³ 5% |
0,5% £ conc. < 5% |
Xn, R68/20, 21 en/of 22 |
|
|
conc. ³ 5% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T, R48/23, 24 en/of 25 |
Xn, R48/20, 21 en/of 22 |
T, R48/23, 24 en/of 25 |
conc. ³ 5% |
0,5% £ conc. < 5% |
Xn, R48/20, 21 en/of 22 |
|
conc. ³ 5% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|||
|
C en R35 |
C en R34 |
Xi en R41 |
Xi en R36, 37 en/of 38 |
C en R35 |
conc. ³ 1% |
0,2% £ conc. < 1% |
|
0,02% £
conc. < 1% |
C en R34 |
|
conc. ³ 5% |
|
0,5% £
conc. < 5% |
Xi en R41 |
|
|
conc. ³ 5% |
0,5% £
conc. < 5% |
Xi en R36, 37 en/of 38 |
|
|
|
conc. ³ 5% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als C, R35 als
Het preparaat wordt ingedeeld als C, R34 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R41 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R36 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R37 als
Het preparaat wordt ingedeeld als Xi, R38 als
PC,R35 = de concentratie van elke in het preparaat
aanwezige C,R35-stof
PC,R34 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
C,R34-stof
PXi,R41 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R41-stof
PXi,R36 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R36-stof
PXi,R37 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R37-stof
PXi,R38 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige Xi,R38-stof
LC,R35 = de vastgestelde C,R35-grenswaarde voor elke C,R35-stof
LC,R34 = de vastgestelde C,R34-grenswaarde voor elke C,R35- en
C,R34-stof
LXi,R41 = de vastgestelde Xi,R41-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-
en Xi,R41-stof
LXi,R36 = de vastgestelde Xi,R36-grenswaarde voor elke C,R35-,
C,R34-, Xi,R41- en Xi,R36-stof
LXi,R37 = de vastgestelde Xi,R37-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-
en Xi,R37-stof
LXi,R38 = de vastgestelde Xi,R38-grenswaarde voor elke C,R35-, C,R34-
en Xi,R38-stof
(*) Wanneer op preparaten die stoffen bevatten die als bijtend of irriterend zijn ingedeeld, zonder meer de conventionele methode wordt toegepast, kan dit ertoe leiden dat de gevaren te laag of te hoog worden ingeschat als er geen rekening wordt gehouden met andere relevante factoren (zoals de pH van het preparaat). Daarom moet bij de indeling als bijtend rekening worden gehouden met de bepalingen onder punt 3.2.5 van bijlage VI van richtlijn 67/548/EEG en artikel 6, lid 3, tweede en derde streepje, van richtlijn 1999/45/EG.
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
Xn en R42 |
Xi en R43 |
Xn en R42 |
conc. ³ 0,2% |
|
Xi en R43 |
|
conc. ³ 0,2% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R45 of R49 |
Xn en R40 |
categorie 1 of 2 (T en R45 of R49) |
conc. ³ 0,1% |
|
categorie 3 (Xn en R40) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R46 |
Xn en R68 |
categorie 1 of 2 (T en R46) |
conc. ³ 0,1% |
|
categorie 3 (Xn en R68) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R60 |
Xn en R62 |
categorie 1 of 2 (T en R60) |
conc. ³ 0,2% |
|
categorie 3 (Xn en R62) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
T en R61 |
Xn en R63 |
categorie 1 of 2 (T en R61) |
conc. ³ 0,2% |
|
categorie 3 (Xn en R63) |
|
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R64 |
R64 |
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R33 |
R33 |
conc. ³ 1% |
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
R67 |
R67 |
R67 verplicht als tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldaan is:
|
indeling van |
indeling van het preparaat |
|||||
|
N, R50/53 |
N, R51/53 |
R52/53 |
N, R50 |
R52 |
R53 |
N, R50/53 |
conc. ³ 25% |
2,5% £ conc. < 25% |
0,25% £ conc. < 2,5% |
(conc. ³ 25%) |
|
(conc. ³ 25%) |
N, R51/53 |
|
conc. ³ 25% |
2,5% £ conc. < 25% |
|
|
(conc. ³ 25%) |
R52/53 |
|
|
conc. ³ 25% |
|
|
(conc. ³ 25%) |
N, R50 |
|
|
|
conc. ³ 25% |
|
|
R52 |
|
|
|
|
conc. ³ 25% |
|
R53 |
|
|
|
|
|
conc. ³ 25% |
Als er meerdere stoffen met bovenstaande indeling in het preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste drempel bepaald in bijlage I van EG-richtlijn 67/548/EEG of, bij ontstentenis daarvan, de laagste drempel bepaald in bovenstaande tabel, dan moeten de concentraties van deze stoffen opgeteld worden en het preparaat ingedeeld worden volgens onderstaande formules.
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R51/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R52/53 als
Het preparaat wordt ingedeeld als N, R50 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R52 als
Het preparaat wordt ingedeeld als R53 als
PN,R50/53 = de concentratie van elke in het
preparaat aanwezige N,R50/53-stof
PN,R51/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
N,R51/53-stof
PR52/53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
R52/53-stof
PN,R50 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige
N,R50-stof
PR52 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R52-stof
PR53 = de concentratie van elke in het preparaat aanwezige R53-stof
LN,R50/53 = de vastgestelde N,R50/53-grenswaarde voor elke
N,R50/53-stof
LN,R51/53 = de vastgestelde N,R51/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-
en N,R51/53-stof
LR52/53 = de vastgestelde R52/53-grenswaarde voor elke N,R50/53-,
N,R51/53- en R52/53-stof
LN,R50 = de vastgestelde N,R50-grenswaarde voor elke N,R50/53- en
N,R50-stof
LR52 = de vastgestelde R52-grenswaarde voor elke R52-stof
LR53 = de vastgestelde R53-grenswaarde voor elke N,R50/53-,
N,R51/53-, R52/53- en R53-stof
indeling van de stof |
indeling van het preparaat |
|
|
N, R59 |
R59 |
N, R59 |
conc. ³ 0,1% |
|
R59 |
|
conc. ³ 0,1% |